Iedere dag, ieder moment komt er informatie op je af. Veel te veel om allemaal gelijk te verwerken. Daarom heb je geleerd te focussen en je op delen te concentreren.
Als je bijvoorbeeld een boek leest waar je helemaal in zit, sluit je je af voor de rest van de wereld. Ik in ieder geval wel. Op foto’s van vroeger zit ik vaak met een dik boek voor m’n neus.
Waar je het eerst op focust hangt af van stemming en voorkeuren.
De een richt zich makkelijker op beeld en is visueel, de ander op geluid en is auditief net als ik en de derde op gevoel en is kinesthetisch. Je doet alle drie én hebt een voorkeur. Aan lichaamstaal kun je zien waar de voorkeur ligt. Om goed op je collega te kunnen afstemmen, is het handig om iets te weten over zijn of haar voorkeur, zodat je er rekening mee kunt houden.
Visueel: als je vooral in beelden denkt
Je ziet de plaatjes voor je. Je praat snel en maakt veel gebruik van armbewegingen en mimiek om iets te vertellen. En je praat ook met uitdrukkingen die beeldend zijn. Zoals: “Ik zie het wel zitten”, “Zie je wel in dat…”, “Zo heb ik het nog niet bekeken” en “Kijk, dat zit zo…”
Je herkent het bij een collega aan de lichaamstaal en je kunt het checken door een vraag stellen; bijvoorbeeld: “Hoeveel ramen heb je in je huis?” Hij of zij zal nadenkend omhoog kijken, ziet het huis voor zich en is de ramen aan het tellen.
Auditief: als jij je vooral richt op geluiden
Ben je auditief ingesteld dan is het de toon die de muziek maakt. Je bent gefocust op geluiden en woorden. Je spreekt langzamer en melodieus en gebruikt zinnen die gevuld zijn met woorden die betrekking hebben op geluid. Zoals dat je “het hebt horen zeggen” en dat je nog van je zal “laten horen”.
Als je het bij een collega wil checken, vraag hem wie er vanochtend gebeld heeft en hij of zij zal met de blik opzij gaan en hoort de persoon weer spreken. Naast inhoud is vooral de intonatie in de stem voor deze collega’s belangrijk.
Kinesthetisch: als je gericht bent op je gevoel
Ben je kinesthetisch ingesteld, dan ben je gericht op wat je voelt. Je bent gefocust op wat je raakt. Je spreekt trager en spreekt ook je gevoel uit.
Als je een collega vraagt hoe hij of zij het gesprek ervaren heeft, kijken ze naar beneden. Hij of zij is de ervaring aan het voelen en spreekt in gevoelstermen: “Ik heb het gevoel dat….”. “Voel je wat ik bedoel?” In de non-verbale communicatie let deze collega vooral op de afstand die iemand aanneemt en op aanraking.
Je kent vast wel de uitdrukking: contact voor contract. Als jij beter afstemt op de lichaamstaal van de ander, oog hebt voor de ander, luistert en voelt wat er gebeurt in het contact, dan kan het je zowel thuis als op je werk helpen om eerst contact en daarna pas afspraken te maken.
Geef een reactie