Het DISC model met de vier kleuren – rood | blauw | groen | geel – is bekend in veel organisaties. Het is een ideaal hulpmiddel om jezelf en je collega’s beter te leren kennen.
Rode mensen zijn krachtig in hun lichaamstaal. Ze hebben een stevige handdruk, maken oogcontact en houden afstand tot anderen. Gele mensen zoeken juist toenadering: ze raken hun gesprekspartner graag aan, komen vaak dichtbij en gebruiken expressieve gebaren. Groene mensen staan bekend om het vriendelijke oogcontact en de relaxte lichaamshouding. Ook maken ze kleine gebaren terwijl ze praten. Blauwe mensen zijn het tegenovergestelde: ze hebben een gesloten lichaamshouding, praten zonder gebaren en houden afstand tot anderen.
Weet jij wat jouw meest kenmerkende kleur is als je dit leest? Of wat de primaire kleur van je collega, medewerker of leidinggevende is?
Een model kennen óf een model snappen en gebruiken. Dat zijn twee verschillende dingen.
Hoe kan iedere leidinggevende én iedere werknemer in organisaties het beste omgaan met de verschillende kleuren?
Met als uiteindelijke doel om nog beter samen te werken en nog meer van toegevoegde waarde te zijn voor de klanten.
Hoe werkt het kleurenmodel?
De kleuren van het DISC-model zeggen iets over gedrag, over hoe mensen iets doen, en niet over waarom dit zo is. Je kunt niet in de mensen kijken, je weet niet waarom ze doen wat ze doen.
De DISC kleuren gebruiken om je collega’s of medewerkers beter te leren kennen en te begrijpen wat hun stijl is, zonder waardeoordeel, daar gaat het om
Carl Jung heeft twee types mensen onderzocht:
- Introverte versus extraverte mensen: Als je introvert bent heb je regelmatig tijd voor jezelf nodig om je weer op te laden en nieuwe energie te krijgen. Je vindt het fijn om alleen te werken. Het thuiswerken in Corona-tijd bevalt je wel. Ben je extravert dan krijg je juist energie van andere mensen om je heen en is het fijn om samen met je collega’s op kantoor te zijn. Het alleen maar thuiswerken is niet fijn.
- Denkers versus voelers: Ben je een denker dan neem je beslissingen met je hoofd en ben je vooral beschouwend en rationeel. Ben je een voeler dan neem je beslissingen met je hart en werk je meer op intuïtie.
Door deze eigenschappen te verbinden met een kleur kun je ze makkelijker onthouden.
- De extraverte denker doet rood.
- De introverte denker doet blauw.
- De introverte voeler doet groen.
- De extraverte voeler doet geel.
Belangrijk om te weten: ieder mens heeft alle kleuren in zich, en álle kleuren zijn even waardevol. De kleuren staan voor zichtbaar gedrag. Je herkent jezelf in een kleur door het gedrag wat erbij past. Collega’s herkennen jouw kleur door de manier waarop je met ze omgaat en het gedrag dat je laat zien. Jij herkent de kleur van je collega’s en je leidinggevende dus ook door hun gedrag.
De kleuren rood, blauw, groen en geel kort samengevat
- Reageer jij direct en neem je snel beslissingen in kwesties die om actie vragen, en raak je snel geïrriteerd bij trage sprekers? Dan heb jij een rood karakter.
- Werk je planmatig op basis van een goede analyse, langzaam en voorzichtig, dan is blauw je kleur.
- Groen staat voor een rustige reactie, zorgvuldig luisteren naar collega die ergens mee zit en je hebt de neiging om conflicten uit de weg te gaan.
- Ben je wars van routine, ben je op plannen voor de toekomst gericht op een enthousiaste en impulsieve manier? Dan is geel je kleur.
Behalve de positieve kanten van iedere kleur zijn er ook negatieve kanten, valkuilen die de werkrelatie kunnen verstoren of de voortgang in het werk kunnen belemmeren. Door je bewust te zijn van deze valkuilen, die we dus allemaal hebben, kun je voorkomen dat je hierin doorschiet of een verkeerde aanpak kiest in de communicatie op het werk.
- Rood: Doordrammen dat iets per se op een bepaalde manier moet gebeuren, terwijl iedereen tegengas geeft.
- Blauw: Blijven analyseren en telkens nieuwe plannen maken die nóg beter zijn, en verzuimen om door te pakken en actie te ondernemen.
- Groen: Geduldig naar iedereen blijven luisteren en vooral een goed gevoel willen hebben over de plannen voordat je in beweging komt.
- Geel: Veel en snel praten en de ander niet de kans geven ertussen te komen.
De kleuren kennen en gebruiken helpen je dus om beter zicht te krijgen op wat je doet in je dagelijkse werkpraktijk, en welk effect dit heeft op de communicatie met je collega’s. Als jij je kleur kent kun jij jezelf de volgende vragen stellen:
- Wat doe je vooral?
- Wat doe je teveel?
- Wat doe je te weinig?
Bij communicatie gaat het altijd om actie <–> reactie. Als je iets wilt bereiken en jouw aanpak werkt niet, wat kun JIJ dan anders doen om het wel voor elkaar te krijgen.
De kleuren van DISC kennen, begrijpen en toepassen, helpt je om:
- De samenwerking en communicatie te verbeteren.
- Gesprekken voor te bereiden en te weten hoe jij de ander het best kunt benaderen.
- Milder naar jezelf en anderen te zijn.
- Minder irritatie te voelen als een collega anders reageert dan jij zou doen.
Hoe ga je om met rood?
Als je de volle aandacht van je rode collega wilt hebben – houd het kort en kom ter zake. Het is cruciaal dat je duidelijk bent. Bepaal wat het allerbelangrijkste van je boodschap is en begin daarmee. Daar zit de rode namelijk op te wachten. De details komen later. Let op: zorg er wel voor dat je weet waar je het over hebt. Als de rode persoon merkt dat je onzeker bent, word je stevig aan de tand gevoeld over de feiten.
Als je een goed gesprek wilt hebben, is het enige dat je hoeft te doen de rode persoon opzoeken, je voorstel presenteren en vragen of jullie zaken kunnen doen. De voetbalwedstrijd van gisteren laat je zitten en dat je hem vorige week in de supermarkt zag is ook niet van belang.
Natuurlijk heb je als persoon met een rood karakter te begrijpen dat niemand het helemaal in zijn eentje redt, dus interesseer je voor andere mensen zodat je elkaar kunt helpen. Als je doorhebt dat veel mensen het wel belangrijk vinden om over het eerste tandje van hun kind te vertellen, kun je actief luisteren en aan het gesprek deelnemen.
Hoe ga je om met geel?
Een gele collega functioneert het best met een goed humeur, dan is er creativiteit en positieve energie. Glimlach veel, durf grapjes te maken en lach zelf ook hartelijk mee. Luister naar de soms ‘dwaze’ invallen van je collega, lach erom en moedig de ander aan om meer te vertellen. Als je dit doet, word je aardiger gevonden, en luistert je collega ook beter naar jou.
Als je zelf iets bij een gele collega wilt promoten, gebruik dan termen als ‘nieuw idee’, of ‘onze klanten worden er blij van’. Je zult een enthousiaste reactie krijgen.
Wil je een gele collega verder helpen, zorg dan voor structuur en ordening. Maak een lijstje als je belangrijke informatie nodig hebt en wanneer je die wilt hebben. Gele mensen hebben het hardst structuur in de vorm van schema’s en checklists nodig. Tegelijkertijd hebben ze hier niets mee.
Hoe ga je om met groen?
Een groene collega zal zelf niet veel initiatief nemen, dus zul jij de planning voor je rekening moeten nemen. Je kunt je groene collega helpen door uit te leggen welke maatregelen nodig zijn als er bepaalde zaken gaan veranderen. Je vertelt concreet wat er gaat gebeuren en wie wat doet. Wat doe jij en wat verwacht je van je groene collega.
Heb je feedback voor je groene collega, zorg er dan voor dat jullie alleen zijn. Zeg dat je hem een fijne collega vindt en hem heel graag mag, en dat je denkt dat hij en het team beter zullen functioneren als hij bepaalde dingen verandert. Geef hem daarna zoveel mogelijk specifieke instructies wat je verwacht, zodat ie weet wat de bedoeling is. En wees geduldig. Je zult je boodschap waarschijnlijk verschillende keren moeten herhalen totdat het is aangekomen en hij er mee aan de slag gaat.
Als je iets voor elkaar wilt krijgen met een grotere groep groene personen, moet je de leiding nemen. Vragen of de groep zelf het probleem wil oplossen werkt niet, omdat ze niet op gang komen. Ze hebben een zetje nodig.
Hoe ga je om met blauw?
Ga je met een blauwe collega een vergadering in, dan moet je goed voorbereid zijn en laten zien dat je je hebt ingelezen. Een blauwe collega of klant houdt ervan als je de betreffende map uit je kast óf uit je tas kunt halen.
Als je het antwoord op een vraag van een blauwe persoon niet weet: zeg dan vooral dat je het niet weet. Kom niet met smoesjes of een onzinverhaal aanzetten om je eruit te redden. Als de blauwe persoon ontdekt dat je een leugentje om bestwil hebt gebruikt, wat hij meestal zal doen, heb je het bij hem verbruid.
Bereid je goed voor en bedenk wat je wilt zeggen, waarvan je de blauwe persoon wilt overtuigen. Houd het bij feiten en laat vergezichten achterwege. Denk ook na over de taal die je gebruikt. Laat de inspirerende praatjes die de gele en rode collega’s graag horen achterwege. Wees duidelijk.
Zijn je blauwe collega’s te perfectionistisch en dus te langzaam? Vertel dan rustig en methodisch dat volgende week een hoger tempo nodig is en leg exact uit waarom dat zo belangrijk is. Stel bijvoorbeeld vast dat jullie nog maar achtendertig uur de tijd hebben. Deze uren moeten voor de juiste dingen worden gebruikt. Wijs op het totaalbeeld en de langetermijnplanning en geef je collega een goed motief om tegen zijn eigen instincten in te gaan.
Wil je nog meer leren over communicatie met jezelf en je collega’s en handige hulpmiddelen gebruiken?
Wil jij van denken naar doen? Dan is mijn nieuwe boek voor jou een aanrader! Wil jij meer over jezelf leren, weten wat je talenten zijn en stappen maken in je werk? Heb jij een leerbehoefte om te groeien en jezelf te ontwikkelen? Lees en doe mijn boek!
Geef een reactie